Viscerale therapie
Viscerale therapie is gebaseerd op het principe dat alle organen, botstructuren, spieren, zenuwen en bloedvaten zijn omgeven door bindweefsel (fascieën). Dit bindweefsel verbindt alle structuren van het lichaam.
Voor een gezond lichaam moeten álle structuren in het lichaam vrij kunnen bewegen. Een beperking in het bindweefsel kan ervoor zorgen dat klachten zich op een hele andere plek in het lichaam uiten dan daar waar de oorzaak ligt. Bij veel schouderklachten ligt de oorzaak van een beperking bijvoorbeeld in het bindweefsel rond de organen. Behandeling aan de schouder alleen is dan niet voldoende. De beweeglijkheid van het bindweefsel rond het betreffende orgaan moet ook worden hersteld.
Oorzaken beperking bindweefsel
Een beperking in het bindweefsel kan bijvoorbeeld optreden door:
- trauma’s
- operaties
- ontstekingen
- klachten na de bevalling (zowel bij moeder als kind)
- grote fysieke spanning en/of emotionele spanning op één plek
Hoe werkt een viscerale behandeling?
Met viscerale therapie kan de ontstaansplek van de klacht opgespoord en behandeld worden. Dit behandelen gebeurt door de beweeglijkheid van het bindweefsel te herstellen. Dit wordt gedaan door middel van (veelal) zachte manuele technieken aan het lichaam of via de schedel.
Viscerale therapie en fysiotherapie
Omdat de oorzaak van veel klachten aan het ‘bewegingsapparaat’ in het bindweefselsysteem is terug te vinden, is viscerale therapie uitstekend te combineren met fysiotherapie.
Meer weten over viscerale therapie?
Download hier de folder over viscerale therapie of kijk op de website van Barral Instituut Nederland.